Dieren verdienen liberale aandacht

Varken

Het is tijd om als VVD weer eens over dieren te praten. Over hoe we in Nederland met dieren omgaan en wat we normaal vinden. Halen we bijvoorbeeld onze schouders op als iemand zijn hond in een te warme auto laat zitten of vinden we daar wat van? En denken we weleens aan het dier in onze bitterbal of is het ‘gewoon’ vlees? Het ene dier vult ons hart, het andere dier vult onze maag, maar verdienen niet alle dieren meer rechten en bescherming? Moeten we in ruil en als dank voor hun vriendschap, voedsel en vacht niet gewoon goed voor ze zorgen?

De VVD kent sinds de oprichting in 1948 een aantal kernopvattingen over waartoe onze partij op aarde is. We zijn liberalen. We geloven dat vrijheid de beste route biedt waarlangs ieder mensenleven het best tot zijn recht komt. We wensen mensen het best mogelijke leven toe, en verlangen dat iedereen zijn best doet voor zichzelf en anderen. We vinden het normaal dat we de wereld fatsoenlijk en respectvol behandelen. We hechten aan duidelijke morele kaders en grenzen. ‘Normaal. Doen.’ is niets anders dan een concrete vertaling van dat soort denken. ‘Normaal doen’ vergt moreel besef, eerlijk inzicht en — simpelweg — mededogen. Voor mensen, maar ook voor dieren.

Sensitieve wezens

Normaal doen ten opzichte van dieren gaat ver terug. In de achttiende eeuw stelde de liberale filosoof Jeremy Bentham bijvoorbeeld dat niet de vraag moet zijn of dieren kunnen denken, maar of dieren pijn ervaren. Het zijn immers sensitieve wezens. En inmiddels heeft de wetenschap al vastgesteld dat dieren inderdaad pijn ervaren, evenals een breed scala aan emoties. Volgens de negentiende-eeuwse filosoof John Stuart Mill houdt de vrijheid van het ene individu op als hij of zij een ander individu schaadt. Wordt het tijd om dat credo aan te passen aan deze tijd? Dat vrijheid tot zover reikt tot je een mens, dier of de omgeving schade toebrengt?

Tegenwoordig is veel wetenschappelijke kennis beschikbaar over emoties en intelligentie bij dieren. Menselijke emoties uiten zich zowel fysiek als mentaal, en zijn te meten aan de hand van hartslag, bloeddruk en actieve hersengebieden. Ook bij dieren kunnen emoties worden gemeten aan de hand van lichamelijke effecten. Daaruit weten we dat alle dieren emotionele toestanden hebben: van primaten tot honden, varkens, vogels en zelfs insecten. We weten veel over de mentale en fysieke gesteldheid van dieren, waardoor we niet kunnen ontkennen dat dieren meer op mensen lijken dan we misschien willen of durven toegeven. We weten dat we niet heel veel van elkaar verschillen qua emotionele ‘bedrading’. Dit is geen kwestie van wel of niet geloven, maar een kwestie van hoeveel waarde we toekennen aan het welzijn van het dier. Het is juist heel liberaal dat we iets dat kan voelen, leren en lijden, niet links laten liggen.

Liefde voor huisdieren

Met onze huisdieren gaan we veelal goed om. De zorg, liefde en vanzelfsprekende overgave die velen van ons voelen bij onze hond, kat, konijn of vis, komt doordat huisdieren onderdeel zijn van het gezin. Een blik in een gemiddelde wachtkamer van een dierenarts en we weten dat de liefde voor huisdieren onvoorwaardelijk is.

Maar ook binnen dit liefdevolle domein gebeuren dingen die niet door de beugel kunnen. Denk aan het kruisen van honden- en kattenrassen om tot ‘designer pets’ te komen. Dieren met allerhande handicaps, misvormingen en stoornissen die het vooral goed doen als accessoire. Denk aan vachtloze katten zonder snorharen, zonder staart en met korte pootjes. Maar denk ook aan honden met te korte neuzen en uitpuilende ogen, zodat ze voldoen aan een modetrend. Dan rijst de vraag: vinden we dit normaal?

Dieren die we eten

Dezelfde vraag kunnen we stellen over de dieren die we opeten. Deze dieren worden door veel boeren met zorg en aandacht behandeld. Wij zien deze dieren niet, want ze liggen niet in hun mand in de hoek van onze huiskamer. Tegen de tijd dat we deze dier zien, liggen ze verwerkt en verpakt in het schap.

In levenden lijve zien we de dieren soms heel even door de spleten van veetransportwagens. We weten dat die dieren diezelfde dag nog worden geslacht: per jaar ongeveer 2 miljoen runderen, 1,5 miljoen kalveren, 13,5 miljoen varkens en 600 miljoen kippen. En ofschoon wet- en regelgeving in het leven is geroepen om ervoor te zorgen dat dit allemaal ‘humaan’ verloopt, zien we ook de beelden van wantoestanden in stallen, tijdens transport en in slachthuizen. Daarbij kunnen we ons weer de vraag stellen: vinden we dit normaal?

Tijd voor een goed gesprek

Er zijn talloze onderwerpen om het met elkaar over te hebben. En wat is een goed gesprek zonder wat prikkelende voorbeelden? We kunnen het hebben over het uitbreiden van het fokverbod op kenmerken die welzijnsproblemen veroorzaken. Of over een lik-op-stuk beleid bij het achterlaten van een hond in een te hete auto. Of een permanent houdverbod voor notoire overtreders. We kunnen het ook hebben over stoppen met het afknippen van varkensstaarten of een totaalverbod op onverdoofde slacht.

En nee, je hoeft je bitterbal niet te laten staan. En ja, je mag gewoon een leuke hond of kat als huisdier nemen. Tegelijkertijd hebben we wel de verantwoordelijkheid om dieren een goed leven te geven. Wat het doel van het dier ook is, het blijft nodig om als liberalen iets van dierenwelzijn te vinden.

Het is dus weer tijd om als VVD over dieren te praten. Gewoon omdat we het volstrekt normaal vinden dat dieren ook rechten hebben. Een weer iets scherpere dierenwelzijnsparaaf in het nieuwe verkiezingsprogramma van de partij? Jeremy Bentham zou trots op ons zijn!

Liberale Dierenvrienden leveren inbreng op het VVD-verkiezingsprogramma! Heb je ideeën? Neem contact op met voorzitter@liberaledierenvrienden.nl.